Onze visie op verenigingen, medewerkers en samenleving vertrekt vanuit volgende waarden:

1. Mensen in een kwetsbare positie

De Vlaamse samenleving is in toenemende mate divers.  Deze verscheidenheid heeft te maken met sociale en economische levensomstandigheden, religieuze en etnische herkomst, levensgeschiedenis, gender en geaardheid, leeftijd, persoonlijke en familiale geschiedenis, gezondheid en beperking, … Genoemde verschillen en hun combinaties maken dat bepaalde personen en groepen in een kwetsbare positie belanden: zij hebben minder kansen om zichzelf te realiseren en te participeren aan het maatschappelijk leven.

Armoede en herkomst zijn slechts twee aspecten van de verscheidenheid tussen mensen.  Maar het zijn wel twee vormen van verschil die een grote invloed kunnen hebben op de macht die mensen hebben om het eigen leven vorm te geven en erkenning te krijgen voor wie ze zijn. 

Uit onderzoek blijkt dat bij mensen met een migratieachtergrond het armoederisico groter is dan bij mensen van Belgische afkomst (Van Robaeys & Driessens, 2011).

1.1. Personen in armoede

Armoede verwijst naar een meervoudige achterstelling op alle levensdomeinen zoals huisvesting, opleiding, werk, participatie, energie, digitale armoede en cultuur. Volgens de uitgebreidere EU-indicator leeft 16% van de Vlamingen in armoederisico. Het inkomen hangt sterk samen met het opleidingsniveau. Specifieke aandacht is nodig voor gezinnen en (jonge) kinderen die in armoede geboren worden. Het armoederisico loopt bij etnisch culturele minderheden op tot meer dan 50% en neemt nog toe in de huidige economische context (Vlaams Instituut Gezond Leven, 2019).

1.2. Personen met een migratieachtergrond

Er bestaan verschillende definities van personen met een migratieachtergrond of buitenlandse herkomst.  Volgens de definitie van Statistiek Vlaanderen (2019) behoren tot deze groep:

  • de personen met een huidige buitenlandse nationaliteit
  • de personen met een huidige Belgische nationaliteit maar met een buitenlandse geboortenationaliteit
  • de personen met een Belgische geboortenationaliteit maar met minstens 1 ouder met een buitenlandse geboortenationaliteit.

Volgens deze definitie is iemand met een migratieachtergrond is een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.  Er wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in België zijn geboren (de tweede generatie).  Personen van de derde en vierde generatie behoren volgens deze definitie niet meer tot deze groep, tenzij 1 ouder in het buitenland geboren is.  Ook wordt onderscheid gemaakt tussen personen met een Europese migratieachtergrond en personen met een niet-Europese migratieachtergrond.

Als Unie hanteren wij een ruimere definitie van personen met een migratieachtergrond.  Het gaat om personen voor wie migratie een impact heeft op de beleving en de levensloop van mensen.  Omwille van eigen migratie of migratie van (groot-)ouder(s) ervaren deze personen meer drempels om deel te nemen aan de samenleving en staan zij voor de opdracht om referentiekaders van verschillende groepen op de een of andere manier te integreren en tegenstellingen te overstijgen.  Individuen en etnische groepen gaan hier op een verschillende manier en in een verschillend tempo mee aan de slag.  Deze processen kunnen zeer stressvol zijn.  Tegelijkertijd kan de uitkomst van dit proces ook zeer krachtig zijn.  Het overwinnen van de moeilijkheden geeft mensen verhoogde veerkracht en leert hen om meerdere culturele achtergronden in te zetten als kracht.

2. Verenigingen en de Unie

De UAV is opgericht om mensen met een migratie-achtergrond te helpen om een plaats te vinden in deze samenleving.  De UAV doet dit door zowel eigen activiteiten en vormingen te organiseren, als door zelforganisaties te ondersteunen.  Zelforganisaties of etnisch-culturele verenigingen zijn organisaties opgericht voor en door de betrokkenen zelf, meestal minderheidsgroepen.  Zij verenigen in Vlaanderen mensen uit alle hoeken van de wereld op basis van herkomst, religie of etniciteit.  De activiteiten van deze verenigingen zijn zeer divers: ontmoeting, toneel, beweging, vorming, religieuze beleving en belangenbehartiging.  Deze organisaties ondersteunen mensen met een migratie-achtergrond door mee antwoorden te zoeken op vragen als: Hoe red ik mij in deze samenleving? Hoe draag ik bij tot die samenleving? Hoe kan ik mijn kinderen steunen? Hoe kan ik moslim zijn in Vlaanderen? Oorspronkelijk richtte de UAV zich tot Turkse zelforganisaties, met uiteenlopende ideologische, geografische en religieuze achtergronden.  In de eerste oprichtingsteksten van vorige eeuw staat: “De Turken die in Europa wonen, zullen niet meer terugkeren naar Turkije.  Ze zullen zich moeten organiseren naar de verwachtingen van hun nieuwe thuis.  Ze zijn verplicht om de ideologische verschillen achterwege te laten en zich achter gelijke waarden te scharen.” Verbinden vanuit diversiteit is bij de start van de UAV een uitgangspunt.  We zien dat ook de nieuwe migratie gelijkenissen vertoont. In de 21ste eeuw en vooral in het laatste decennium heeft de UAV haar werking verbreed naar enerzijds verenigingen voor mensen van verschillende herkomst en anderzijds samenwerking met Vlaamse verenigingen.  In de toekomst wil de UAV deze uitbreiding nog verdiepen.

2.1. Verbinden en versterken

Mensen hebben nood aan een sociaal netwerk dat contacten, hulpbronnen, normen en vertrouwen kan bieden om op een gepaste wijze deel te kunnen uitmaken van de samenleving.  Putman (1995) spreekt over sociaal kapitaal, om aan te duiden welke waarde een netwerk heeft voor de mensen die deel uitmaken van het netwerk, maar daarnaast ook voor mensen die er niet meteen rechtstreeks bij betrokken zijn.  Sociaal kapitaal (Lin, 2001) werkt omdat het mensen toegang geeft tot informatie, invloed, sociale erkenning en bevestiging van hun sociale identiteit.  Migratie en mobiliteit verminderen sociale verbondenheid en veroorzaken achteruitgang of zelfvernietiging van sociaal kapitaal.

Verenigingen spelen een belangrijke rol in het versterken van sociaal kapitaal.  Ontmoetings-activiteiten zijn een steunpilaar zijn van al die werkingen.  Zij stellen hun leden in staat om de banden met de eigen achterban te versterken (bonding) en stimuleren de contacten buiten de eigen groep (bridging).  Dat proces van jezelf versterken en je integreren in bredere netwerken, is complex.  Er zijn mensen met een migratieachtergrond die de capaciteiten hebben om zonder problemen aan te sluiten bij de samenleving en een typisch Belgische identiteit aan te nemen.  Dat is een keuze die zij kunnen en mogen maken.  Maar niet iedereen kan en wil deze keuze maken.  Er zijn mensen met een migratieachtergrond voor wie het zeer veel moeite kost om een (nieuw) sociaal netwerk op te bouwen.  Dat kan dramatische gevolgen hebben zoals armoede en marginaliteit.  Daarnaast zijn er mensen met een migratieachtergrond, die tweetalig- of drietalig opgroeien, trots zijn op België maar ook op het land waar zij of hun ouders vandaan komen – mensen met meer dan een identiteit – die net hun sociaal kapitaal versterken door de combinatie van bonding en bridging. 

Zelfwaardering is een belangrijke voorwaarde om een sterke band met de eigen groep te combineren met een sterke band met de samenleving.  Zelfwaardering leidt bij minderheidsgroepen niet tot afwijzing van de samenleving.  Integendeel, vanuit zelfwaardering groeit ook waardering voor de samenleving.  In een diverse samenleving met tegenstrijdige verwachtingen zijn beide vormen nodig.  Dit houdt in dat je bonding niet loslaat, terwijl je aan bridging werkt.  Vaak maken individuele contacten het verschil waardoor mensen met een andere achtergrond er toch in slagen om elkaar te respecteren en met elkaar te werken, wonen en leven.  Omdat verenigingen en zelforganisaties lokaal georganiseerd zijn, slagen zij er gemakkelijker in om laagdrempelige uitwisseling, samenwerking en ontmoeting te organiseren tussen mensen. 

Naast bridging kapitaal is ook linking kapitaal belangrijk: het opbouwen van relaties met instellingen en personen die toegang verschaffen tot diensten, zorg, welzijn en werk.  Heel wat verenigingen zetten actief in op die brug van de eigen oever naar de bredere samenleving.  Ze brengen hun leden in contact met Vlaamse instellingen, taallessen, oudervergaderingen in het onderwijs of VDAB. 

Verenigingen spelen een grote rol om de communicatie tussen overheidsinstanties en de eigen gemeenschap soepeler te laten verlopen.  Lokale overheden doen vaak een beroep op verenigingen om nieuwe regelgeving of aanbod kenbaar te maken.  Sommigen organiseren zelf taallessen omdat het bestaande aanbod te lange wachtlijsten of te hoge drempels heeft.  Een voorbeeld daarvan zijn vrijwilligers die Nederlandse taallessen organiseren voor veertigplussers en senioren.  Deze mensen willen Nederlands leren om meer zelfstandig te zijn en niet altijd familie te moeten inschakelen als tolk.

2.2. De eigen rol

‘Hoe sterker organisaties worden erkend en aangesproken op hun brugfunctie, des te groter de kans dat zij als bindmiddel in het integratieproces fungeren’ (Penninx en Schrover 2001).

Zoals hierboven beschreven zijn de taken van verenigingen sterk verbonden met bonding en bridging.  In een diverse samenleving met tegenstrijdige verwachtingen is dit geen eenvoudige opdracht.  Het is dan ook de opdracht van de UAV om verenigingen te ondersteunen en te blijven uitdagen om deze rol in te vullen.  Dit is niet vanzelfsprekend.  Het betekent dialoog over gemeenschappelijke waarden, omgaan met verschillende waarden en respect voor eigenheid.  De bedreigingen zijn reëel: uitsluiting, segregatie, polarisering en conflict. 

De unieke rol die de UAV hier wil spelen is de rol van partner voor dialoog, uitwisseling en bemiddeling op verschillende niveaus vanuit:

  • Dialoog binnen verenigingen: vanuit vertrouwenspositie en nabijheid bij verschillende groepen en verenigingen heeft de UAV het mandaat om moeilijke thema’s rond samenleven bespreekbaar te maken; vanuit versterken van verenigingen;
  • Dialoog tussen groepen en individuen: vanuit de kennis van verenigingen, groepen, voorzieningen, activiteiten, best practices;
  • Linking: communicatie tussen maatschappelijke voorzieningen en verenigingen;
  • Partner voor lokale en provinciale overheden om te bemiddelen en dialoog te voeren naar aanleiding van spanningen en conflicten: vanuit vertrouwenspositie en nabijheid bij verschillende groepen heeft de UAV het mandaat om als bemiddelaar op te treden.
  • Werken aan diversiteit binnen de eigen organisatie van de Unie en de verenigingen aangesloten bij de Unie door een laagdrempelig, breed en aantrekkelijk aanbod voor diverse groepen en bewust streven naar een grotere vertegenwoordiging van bepaalde groepen.

Op al deze niveaus is de UAV al bezig.  Het gaat dus niet zozeer over een totaal nieuwe weg, maar eerder om het verder verdiepen van een weg die de UAV reeds was ingeslagen.

2.3. De medewerkers

We doen een beroep op de ervaringen van medewerkers om onze werking uit te bouwen.  Medewerkers zijn meer dan onze betaalde krachten: het gaat ook om vrijwilligers, leden, stagiaires, sympathisanten, …  Medewerkers worden ingezet op domeinen waar ze goed in zijn en waarbinnen ze verantwoordelijkheid kunnen opnemen.  Wij streven naar een ruime participatie aan besluitvorming en beslissingen met een breed draagvlak.  Diversiteit in medewerkers helpt ons om verbondenheid met de maatschappij te behouden. 

De organisatie wordt gedragen door competente en geëngageerde medewerkers.  Competent: medewerkers zijn communicatief/administratief sterk onderlegd, tonen initiatief en nemen hun verantwoordelijkheid vanuit hun plek in de organisatie.  Geëngageerd: medewerkers engageren zich om goede contacten uit de bouwen met de betrokken gemeenschappen en zijn op de hoogte van de politieke en de sociale actualiteit.

3. De samenleving

Wij streven naar een samenleving met respect voor ieders identiteit.  Enerzijds betekent dit aandacht voor verschillen op het vlak van taal, religie, cultuur, (sociale) herkomst en gender.  Anderzijds betekent dit ook zoeken naar manieren om te blijven communiceren over verschillen heen en zoeken naar wat gedeeld kan worden. 

Deelname aan de samenleving betekent dat ieder op basis van zijn of haar interesses, capaciteiten, beperkingen en talenten eigen keuzes kan maken en realiseren.  Wij willen mensen met een migratieachtergrond de nodige instrumenten aanreiken om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving.  Tegelijkertijd willen wij de drempels in de samenleving verkleinen om mensen met een migratieachtergrond gelijke kansen te geven om deel te nemen.

3.1. Visie op diversiteit

Diversiteit: diversiteit gaat over de verscheidenheid van mensen op het niveau van individuen en groepen (Hofman, e.a.).  Het gaat hierbij niet enkel om culturele en etnische verscheidenheid, maar evenzeer om sociale en economische achtergrond, gender en geaardheid, leeftijd, persoonlijke en familiale geschiedenis, gezondheid en beperking, … 

Superdiversiteit: is een term van Vertovec om aan te duiden dat binnen de etnische diversiteit aan groepen in de samenleving er ook een grote sociale diversiteit bestaat.  Op verschillende plekken moeten mensen van alle leeftijden en met sterk verschillende achtergronden met elkaar werken, wonen en leven.  

Visie op diversiteit:

  • Een brede invulling van diversiteit is belangrijk.  Wie alleen focust op culturele of etnische diversiteit dreigt snel in de valkuil te trappen van een versmalde benadering van mensen.  Mensen maken deel uit van vele sociale groepen, met wie ze kenmerken delen, terwijl ze tegelijkertijd uniek zijn.  Ieder individu is uniek, een kruispunt van deelidentiteiten.  De uitdaging in het omgaan met diversiteit is om doorheen de verschillen de overeenkomsten te zien en omgekeerd.  Dit maakt meteen de dubbele opdracht duidelijk: erken gelijkwaardigheid en erken verschillen.
  • Deze ruime benadering van diversiteit kan de indruk geven dat we ons niet meer hoeven te verdiepen in de specifieke situatie van bepaalde groepen omdat we uiteindelijk allemaal dezelfde universeel menselijke kenmerken delen.  “Met een beetje goede wil, begrijpen we elkaar vanzelf”.  Deze laatste uitspraak klopt niet met de realiteit.  Recht doen aan ieders identiteit en tegelijkertijd een manier zoeken om samen te werken, is niet vanzelfsprekend.  Het vereist een weloverwogen aanpak en voortdurend zoekproces.  De eigen normen en waarden in vraag stellen gaat niet vanzelf.  Evenmin is het vanzelfsprekend om de noodzakelijke dialoog over gemeenschappelijke waarden aan te gaan.  Het is niet vanzelfsprekend, maar wel noodzakelijk.  
  • Diversiteit maakt mensen kwetsbaar.  Genoemde verschillen en hun combinaties maken dat bepaalde personen en groepen in een kwetsbare positie belanden: zij hebben minder kansen om zichzelf te realiseren en te participeren aan het maatschappelijk leven.  Armoede en herkomst zijn slecht twee aspecten van de verscheidenheid tussen mensen.  Maar het zijn wel twee vormen van verschil die een grote invloed kunnen hebben op de macht die mensen hebben om het eigen leven vorm te geven en erkenning te krijgen voor wie ze zijn.  Omwille van eigen migratie of migratie van (groot-)ouder(s) ervaren deze personen meer drempels om deel te nemen aan de samenleving en staan zij voor de opdracht om referentiekaders van verschillende groepen op de een of andere manier te integreren en tegenstellingen te overstijgen.
  • Diversiteit maakt mensen sterk.  Individuen en groepen gaan op een verschillende manier en in een verschillend tempo aan de slag met deze verschillen.  Deze processen kunnen zeer stressvol zijn.  Tegelijkertijd kan de uitkomst van dit proces ook zeer krachtig zijn.  Het overwinnen van de moeilijkheden geeft mensen verhoogde veerkracht en leert hen om meerdere achtergronden in te zetten als kracht.
  • Uit onderzoek blijkt dat waardering voor diversiteit in organisaties en scholen een positief effect heeft op alle medewerkers en leerlingen (UKL, 2019).   Minderheden voelen zich beter en presteren beter bij een interculturele aanpak, omdat ook hun niet-Belgische cultuur een plaats krijgt en gewaardeerd wordt.  Belangrijk is dat deze aanpak geen negatieve effecten heeft op de meerderheid – iets waar scholen, organisaties of overheden soms bang voor zijn.

3.2. Visie op interculturaliteit

“Tolerantie is niet voldoende, we moeten elkaar respectvol ter verantwoording durven roepen”, 2012 Edwin Hoffman.

Intercultariteit wijst op een dynamische manier van omgaan met verschillende culturen en hun rijkdom.  Het gaat niet zozeer over het naast elkaar leven en tolereren van verschillende culturen en culturele groepen, maar vooral over het in dialoog gaan, elkaar wederzijds beïnvloeden, zoeken naar wat verbindt, afspraken maken rond verschillen en zien van rijkdom van verschillen.  Als Unie geloven wij in een interculturele samenleving.  Interculturele ontmoetingen zorgen voor maatschappelijke, politieke, economische en sociale verrijking van de samenleving.  

Interculturaliteit betekent voor ons dan ook het op zoek gaan naar verbindingen, daarbij vertrekkend van het respect voor de waarde, de eigenheid en de kracht van elke cultuur.  Dit is een proces waarbij individuen en groepen durven onderhandelen met elkaar en elkaar ter verantwoording durven roepen.  Interculturele ontmoeting vereist een actief en wederkerig proces: stappen zetten naar elkaar, bruggen oversteken, andere invalshoeken durven hanteren, elkaar willen begrijpen en uitnodigen.  

Uit het voorgaande mag blijken dat interculturaliteit niet zozeer gericht is op het terugplooien en “behoud van identiteit” maar vooral ook om de ontwikkeling van nieuwe identiteiten.  Als unie willen we mensen in kwetsbare situaties ondersteunen om antwoorden te vinden op vragen als: hoe red ik mij in de samenleving? hoe draag ik bij tot die samenleving? hoe verwerf ik een positie? hoe kan ik mijn kinderen steunen? hoe kan ik moslim zijn in een Vlaamse samenleving? Deze zoektocht loopt zeker niet van een leien dakje in een samenleving waarin verschillende en tegenstrijdige verwachtingen bestaan.  En er zijn zeker personen en groepen die terugplooien in de eigen gemeenschap of radicaliseren in de eigen religie.  Dit laatste is ook een grote bezorgdheid van de unie.  Tegelijkertijd denken wij dat wij op dit vlak een rol kunnen spelen.  Doordat wij een groot vertrouwen genieten van onze achterban, krijgen wij ook het krediet om gevoelige thema’s (radicalisering, zelfmoord, homofobie) bespreekbaar te maken en errond te werken.

“Cultures don’t meet, people do”

Uit onderzoek blijkt dat zelfwaardering een belangrijke voorwaarde is om met een open houding de samenleving en andere groepen tegemoet te treden.  Zelfwaardering kun je echter alleen ontwikkelen in een omgeving waarin je ook wordt gewaardeerd.  Ook op dit vlak kunnen wij als Unie het verschil maken.  Individuele contacten maken dat mensen met sterk verschillende achtergronden, er toch in slagen om elkaar te respecteren en met elkaar te werken, wonen en leven.  Omdat verenigingen lokaal georganiseerd zijn, slagen zij er gemakkelijker in om laagdrempelige uitwisseling, samenwerking en ontmoeting te organiseren tussen mensen met een verschillende achtergrond.